2 leugens 1 waarheid

Het spel

Iedereen moet twee dingen over zichzelf opschrijven die niet waar zijn (de leugens) en één die wel waar is (de waarheid). Daarna moeten de deelnemers onderling de papiertjes uitwisselen en gesprekken voeren om uit te vinden wat van de ander waar is en wat juist niet.

De deelnemers krijgen twee minuten om hun drie dingen op te schrijven. Daarna krijgen ze de tijd om met elkaar in gesprek te gaan om uit te zoelen wat de leugens en waarheden zijn.

Voorbeelden

Ter voorbereiding op het spel 2 leugens 1 waarheid zijn hier een paar voorbeelden om je te inspireren:

• Ik ben bang voor kippen.
• Ik ben kleurenblind.
• Ik hou van fantasy films.
• Ik heb nog nooit geschaatst.
• Ik kan gitaar spelen.
• Ik ben wezen ijsvissen.
• Ik heb in een heteluchtballon gevlogen.
• Ik hou van pannenkoeken met slagroom.
• Ik ben op tv geweest.
• Ik heb mijn kinderen thuis les gegeven.
• Ik eet graag tomaten en champignons.
• Ik kan achter mijn rug gitaar spelen.
• Ik ben veganist.
• Ik heb een tatoeage van een haai, maar ik kan het je niet laten zien.
• Ik heb drie talen gestudeerd, maar spreek ze geen van allen.
• Ik kan vijf kilometer lopen in minder dan 45 minuten.
• Ik speel harmonica.
• Ik heb een bananenplant in mijn tuin.
• Ik ben verlegen aan de telefoon.
• Ik heb in een monstertruck gereden.
• Ik heb in een Hollywood-film gespeeld.
• Ik kan jongleren met zeven sinaasappels.
• Ik heb een taart-eet-wedstrijd gewonnen.
• Ik hou van kamperen.
• Ik rijd in een cabriolet.
• Ik heb nog nooit een bot gebroken.
• Ik was een een Olympisch zwemmer.
• Ik ben gestoken door een kwal.
• Ik heb kangoeroe gegeten.
• Ik slaap maar vier uur per nacht.
• Ik heb een nationale tekenwedstrijd gewonnen.
• Ik speel in een rockband.
• Ik hou van oesters eten.

Variaties

1. Je kan het spel ook spelen zonder briefjes en de deelnemers om de beurt vragen hun 3 onderwerpen te benoemen. De groep moet dan raden wat waar is en wat een leugen is.
2. Vraag elke deelnemer aan het einde van het spel om de 3 dingen op te noemen, zodat iedereen in de groep kan bepalen wat waar is en wat niet.
3. Het is natuurlijk prima als je een ander aantal leugens en waarheden wil gebruiken. Bijvoorbeeld 3 waarheden en een leugen. Het spel kan dan wel wat langer duren.
4. Je kan het spel ook andersom spelen: 2 waarheden 1 leugen.

Tips

• Dit spel is een mooi moment om het ook met de kinderen te hebben over het onderwerp de waarheid vertellen en of liegen. Je kan het spel bijvoorbeeld beginnen door te vragen of iemand wel een gelogen heeft.

Benodigdheden

• stukjes papier (bijvoorbeeld post-its)
• pennen
• speelruimte