Burchtbal

Speluitleg

Er wordt een speelveld gemaakt en verdeeld in twee helften. Achterin elk vak wordt een cirkel getekend waar de burcht komt te staan. Een burcht bestaat uit drie bezemstelen die aan elkaar zijn gebonden.

De groep wordt verdeeld in twee teams. Elk team krijgt een speelhelft en kiest één speler die in de cirkel bij hun burcht gaat staan. Dit is de verdediger.

Zo speel je burchtbal

1. Als het fluitsignaal klinkt, proberen de spelers van het ene team de burcht van het andere team omver te werpen met de bal.
2. De verdediger in de cirkel mag de bal tegenhouden om zijn burcht te beschermen.
3. Alleen de burcht van de tegenstander mag omver worden gegooid, niet die van het eigen team.
4. Lukt het om een burcht omver te gooien? Dan krijgt dat team 1 punt.
5. Het spel wordt opnieuw gestart en er kan verder worden gespeeld tot een afgesproken puntentotaal of tijdslimiet.

Variaties

Wil je burchtbal nog spannender maken? Probeer dan deze variaties:

1. Extra verdedigers – Laat twee of drie spelers de burcht beschermen.
2. Meer burchten – Zet meerdere kleine burchten per team neer die allemaal omgegooid moeten worden.
3. Beperkte beweging – Laat spelers alleen overgooien vanuit een vaste plek, zoals achter een lijn.
4. Samenwerking – Teams mogen overspelen om een beter schot op de burcht te krijgen.

Tips

• Maak duidelijke regels, zodat iedereen weet wat wel en niet mag.
• Zorg voor genoeg ruimte, zodat spelers zich vrij kunnen bewegen.
• Kies een stevige bal die niet te zwaar is, zodat iedereen goed kan gooien.
• Moedig samenwerking aan! Teams die goed samenspelen, hebben meer kans om te winnen.

Benodigdheden

• 2 burchten (3 bezemstelen per burcht)
• 1 (zachte) bal
• Touw voor de speelvakken
• Haringen om het lint vast te zetten
• Lintjes om de teams te herkennen