Letterspel
Het letterspel is bekend van de TV show "Jongens tegen de Meisjes". De spelleider stelt vragen waarop de vier in letterpak gestoken spelers het antwoord mogen geven. In dit spel dragen we geen letterpakken maar gebruiken we A4'tje met een letter op voor- en achterkant.
Een nieuwe vraag wordt alleen gesteld als het antwoord zichtbaar is in de lettercombinaties van de spelers. Je moet zoveel mogelijk woorden laten zien binnen de gestelde tijd. Het team met de meeste woorden wint het spel.
Inhoudsopgave

Letterspel in 90 seconden
Elk paar letters komt op één blad. Eén letter op de voorkant en de andere op de achterkant. Verdeel de groep in twee groepen: groep A en groep B.
Afgewisseld komt er een viertal van groep A of B voor de groep staan. Deze vier mensen krijgen een stuk papier met een letter op de voor- en achterkant.
Geef aan dat de tijd start (gebruik een stopwatch om de 90 seconden bij te houden) en stel de eerste vraag (bijvoorbeeld ‘Onderste deel van een boom’).
De kinderen moeten nu uitzoeken welk antwoord ze met hun letters kunnen geven. In dit geval s-t-a-m. Zij moeten hun papier voor zich houden zodat de juryleden of de groep het kunnen lezen. Ze moeten ook in de juiste volgorde staan!
Zodra het woord op de juiste manier zichtbaar is, wordt de volgende vraag van de tien vragen gesteld. Het correct beantwoorden van elke vraag levert één punt op. Na maximaal tien vragen is het de beurt aan groep B. Zijn de 90 seconden om? Dan is de tijd om en is groep B aan de beurt. De rest van de groep, die blijft zitten, kan over het antwoord (mee) nadenken.
De groep met de meeste punten aan het eind is de winnaar.
Vragen en letters
Per team staan hieronder de juiste lettercombinaties gegeven. Houd deze lettercombinaties bij elkaar, zodat de juiste woorden gemaakt kunnen worden.
Bijvoorbeeld team 1:
R – M: R aan de voorkant en M aan de achterkant van speler 1
S - E: S aan de voorkant en E aan de achterkant van speler 2
T – P: T aan de voorkant en P aan de achterkant van speler 3
O – A : O aan de voorkant en A aan de achterkant van speler 4
Letters ronde 1
R – M
S – E
T – P
O – A
- Onderste deel van een boom = stam
- Eronder of = erop
- Niet leuk = stom
- Grote ruwe steen = rots
- Ongewenste email = spam
- Geneeskundige = arts
- Groep bij elkaar horende sporters = team
- Als je iemand nodig hebt dan … je hem = roep
- Zit op een zeilschip = mast
10.In het verleden = toen
Letters ronde 2
I – U
T – I
S – L
K – L
- Gereedschap doe je in een … = kist
- Als het kapot is, dan is het … = stuk
- Knoop in je haar = klit
- Wie een … graaft voor een ander = kuil
- Een klep in de vloer = luik
- Zedig of netjes gekleed = kuis
- Parasiet op je hoofd = luis
- Als je iets lekker vindt, dan … je het graag = lust
- Aan het strand, is aan de … = kust
10.Als je geen adem meer krijgt dan … je = stik
Letters ronde 3
E – K
T – B
A – E
N – R
- Vierentwintig flesjes bier in een = krat
- Met welk verkeerd lichaamsdeel stap je uit bed = been
- Reservoir voor benzine = tank
- Ander woord voor kanen of bikken = eten
- Ander woord voor skelter = kart
- Reservevoetballer zit op de = bank
- Sport van een ladder = tree
- Planten groeien aan de water… = kant
- Twee maal is twee … = keer
10.Een roofdier = beer
Letters ronde 4
A – I
S – A
T – H
L – V
- Afwas = vaat
- Wat draag je met je mee als je met een probleem zit = last
- Als niemand praat, dan is het … = stil
- Niet vroeg maar = laat
- Het bovenste gedeelte van een wijnfles = hals
- Een sluwe streek = list
- Een ander woord voor een trek aan je sigaret = haal
- Stevig bevestigd = vast
- Een systeem van letters en woorden = taal
10.Hij … achter het net = vist
Letters ronde 5
A – E
W – S
E – R
T – K
- Peulgroente = erwt
- Dit schijnt als het donker is = ster
- Een rode vrucht met pit = kers
- 1 + 1 = twee
- Schip op de bodem = wrak
- Een ander woord voor koppig = star
- Eeltachtig huidknobbeltje = wrat
- Klaar is … (jongensnaam) = kees
- Wat over is, dat is de … = rest
10.Als je slim bent dan … je alles = weet
Letters ronde 6
O – E
T – F
R – S
K – L
- Ander woord voor honger = trek
- Een oude man loopt met een = stok
- Verpakking van wijn = fles
- Oud en vervallen huisje = krot
- Jongensnaam = Rolf
- Afgesneden tak = stok
- Niet lang maar = kort
- Pantoffel of = slof
- Braaksel of = kots
10.Hier moet een sleutel in = slot
Letters ronde 7
A – O
S – R
T – K
P – L
- Nachtverblijf voor paarden = stal
- Een kleine, lelijke kabouter = trol
- Een verzameling brieven = post
- Hoe zit je bij kas als je teveel geld hebt uitgegeven = krap
- Een kasteel met een gracht eromheen = slot
- Een openbare grote tuin = park
- Een ander woord voor Ho! = stop
- Verleden tijd van trek = trok
- Versterkte wijn uit Portugal = port
10.Veel problemen draag je als een … = last
Letters ronde 8
I – E
G – S
N – L
E – P
- Het glas is half vol of half = leeg
- Voetbal term buiten… = spel
- Meisjes naam = Inge / Ilse / Lies
- Ander woord voor plak brood = snee
- Klein stekelig dier = egel
- Een dikke buik = pens
- Groen is gemend door blauw en … = geel
- Berichtje via Blackberry = ping
- Een winters voertuig = slee
10.Ander woord voor as of rol = spil
Letters ronde 9
O –E
N – T
E – S
R – T
- Ander woord voor snuit = toet
- Haar boven je lip = snor
- Zo zwart als… = roet
- Als een man onvriendelijk kijkt dan kijkt hij = nors
- Steun in de branding = rots
- Gehoor organen = oren
- Neusvocht = snot
- Bananen groeien aan een … = tros
- Ander woord voor toets = test
10.Vroeger = toen
Letters ronde 10
N – L
K – S
I – A
G – P
- Kleinste vinger = pink
- Een achtpotig eng dier = spin
- Op de vuurpijl = klap
- zwemvogel = gans
- Waar zit je onder als je bij je vriend(in) niks te zeggen hebt = plak
- Wijn drink je uit een = glas
- Als je zuinig aan moet doen, dan houdt je je hand op de = knip
- Een … paarden = span
- Als je het begrijpt, dan … je het = snap
10.Honderd gulden biljet = snip (misschien met hulp van de leiding?)
Letters ronde 11
U – I
E – S
T – K
L – K
- Michiel de Ruiter droeg een blauw, geruite … = kiel
- Ander woord voor een bakkie koffie is een bakkie = leut
- Afwassen doe je in een = teil
- Een ander woord voor kapot = stuk
- Surfvlieger (of Engels woord voor vlieger) = kite
- Tegenovergestelde van stom = leuk
- Als niemand praat, dan is het … = stil
- De rand van het land bij de zee noem je de … = kust
- Als ik geen lucht meer krijg, dan … ik = stik
10.Een houten krat of bak = kist
Letters ronde 12
I – E
L – S
O – U
K – R
- Jongensnaam = Roel
- Duizend gram is één = kilo
- Abnormaal groot mens = reus
- Één van de zeven schoonheden in je kin = kuil
- Plezierig of aangenaam = leuk
- Bedwelming door sterke drank = roes
- Ander woord voor beslissing = keus
- Iemand een … draaien = loer
- Niet zo warm is = koel
10.Als je iets omwisselt, dan … je het = ruil
Variaties
- Een variatie kan worden gemaakt door de letters op de buik en de rug van de kinderen te plakken. Dit maakt het nog moeilijker voor hen om te onthouden welke letter op hun rug staat.
- Het spel kan ook worden uitgebreid met extra vragen.
Tips
- Eventueel kunnen de vragen aangepast worden aan de leeftijd van de kinderen.
Benodigdheden
- (gekleurde) A4tjes om de letters op te schrijven.