Muurbal

Muurbal is een balspel dat een beetje lijkt op squash. De spelers moeten om de beurt de bal tegen de muur te spelen, de bal mag daarbij maar maximaal 1 keer stuiteren. De speler die als langste dit weet vol te houden wint het spel.

Inhoudsopgave

Variaties
Tips
Benodigdheden

Het spel muurbal gespeeld in een gymzaal.

Om te beginnen moet je een muur vinden waar niemand zich achter bevindt of last heeft van het bonken van de bal tegen de muur.

Een muur is een ideale tegenstander om alleen of met z'n tweeën tegen te tennissen. Eén speler slaat de bal, net als bij het spel squash, tegen de muur en de andere speler slaat de bal terug via de muur.

Zo gaat het spel door totdat één speler niet meer terug kan slaan of een fout maakt. De bal mag bijvoorbeeld maar één keer de grond raken voordat hij wordt teruggeslagen, of helemaal de grond niet raken. De spelregels variëren en kunnen zelf worden bepaald.

Variaties

Het spel is ook leuk zonder tennisracket, bijvoorbeeld door alleen de handen of voeten te gebruiken.

De onderstaande variaties kunnen alleen of met meerdere personen worden gespeeld. De ene persoon gooit of schopt de bal tegen of op de muur, de ander voert de spelregels uit en andersom. De spelregels hiervoor kunnen zijn:

Gooi de bal met de rechterhand tegen de muur, klap één keer in de handen en vang de bal weer met beide handen.
Gooi de bal omhoog of tegen de muur, draai 1 keer in de rondte en vang de bal weer op.
Ga met je rug naar de muur staan ( enkele stappen van de muur vandaan), gooi de bal boven je hoofd tegen de muur aan, draai je snel om en vang de bal weer op.
Schiet de bal tegen de muur en als hij terugkaatst. stop hem eerst met de rechtervoet en de volgende keer met de linkervoet.
Schiet de bal tegen de muur en schiet afwisselend met de rechter- en linkervoet de bal direct terug tegen de muur. Probeer dit te doen zonder te stoppen.
Probeer de bal zo hoog mogelijk tegen de muur te schieten en/of te koppen. Wissel het schieten en koppen af.

Twee of meer spelers gooien de bal naar de andere kant, al dan niet via de muur. Daarbij gelden de volgende spelregels:

De bal mag 1 of 2 keer stuiteren en dus de grond raken.
De bal vangen gebeurt telkens met een andere hand.
Met 1 hand de bal vangen en 1 hand achter de rug houden.
De bal overgooien door de bal eerst onder het been door te laten gaan.

Door verschillende regels te combineren ontstaat er een uitdagend en moeilijk spel.

Tips

Speel het spel op een terrein waar weinig verkeer en voldoende speelruimte is.
Met stoepkrijt kunnen er ook vakken op de muur getekend worden waarbinnen de bal de muur moeten raken.