Slagbal
Slagbal is een balsport die vergelijkbaar is met honkbal. In het spel moeten de spelers door goed samen te werken zo veel mogelijk goede slagen maken en van honk naar honk rennen.
Slagbal wordt meestal gespeeld in de gymlessen van de lagere school en is onder kinderen een erg populair spel.
Inhoudsopgave

Speluitleg
Op het veld zijn zes honken. De spelers moeten eerst de bal slaan met een knuppel of plank en dan van honk naar honk rennen. Als hij of zij alle honken is gepasseerd, verdient hij of zij een punt, maar als de brander de bal vangt voordat de speler op een honk is, is hij of zij uit.
Als er drie spelers uit zijn of twee slag, moeten de teams van kant wisselen en gaat het team dat in het veld speelt aan slag.
Het team dat met de meeste punten eindigt, wint het spel.
Spelregels
Om slagbal goed te laten verlopen is het belangrijk dat iedereen de regels kent. Het is daarom verstandig om de spelregels voordat het spel gespeeld gaat worden door te nemen met elkaar.
De regels van slagbal zijn:
- De spelleider verdeelt de kinderen in twee groepen (slagteam en veldteam).
- Het slagteam zit in een rij langs de kant en het veldteam staat in het speelveld.
- De slagman van het slagteam probeert na een goede slag via de honken (1-2-3) thuis te komen (4).
- Dit hoeft niet op zijn eigen slagbeurt te gebeuren; de slagman mag ook op een honk wachten.
- Het veldteam heeft twee opties om de slagman (loper) uit te krijgen:
-- De geslagen bal vangen;
-- De bal branden op het slaghonk, voordat de honkloper(s) een honk hebben (met de voet). - De veldspeler brengt de bal door de brander naar het slaghonk.
- Wanneer de slagman het thuishonk heeft bereikt (4), krijgt het aan slag zijnde team één punt.
- De spelleider houdt de punten bij.
- Naast het veld staan drie pionnen. Elke pion staat voor een uit. Wanneer de slagploeg drie uit heeft, wisselen de teams: de veldteam wordt de slagploeg en de slagploeg wordt het veldteam.
- Het team met de meeste punten aan het eind van het spel is de winnaar van de slagbal.
Variaties
Om het spel moeilijker te maken kan je extra variaties en regels toevoegen.
- Als je het honk verlaat moet je rennen en mag je niet meer terug.
- Onderhands gooien is makkelijker dan bovenhands. Laat spelers waarvoor onderhands gooien te simpel is bovenhands gooien.
- Door de afstand tussen de honks kleiner te maken of meer honks toe te voegen zal het spel makkelijker worden.
Tips
- Zorg dat alle spelers weten wat de spelregels zijn.
- Spreek af dat de slagman het slaghout niet weg mag gooien maar rustig neer moet leggen. Dit is belangrijk omdat anders een ander kind gewond kan raken door een vliegende knuppel/plankje.
- Als een kind het niet goed om te slaan met het plankje dan mag de bal worden ingegooid in plaats van de slaan.
- Om de honken te maken kan je gebruik maken van hoepels of matten.
Benodigdheden
- bal (tennisbal)
- slaghout (knuppel of plankje)
- vier honken
- slaghonk
- drie pionnen
- pen en papier