Hoe weet een postduif waar hij naar toe moet vliegen?
Postduiven zijn slimme vogels. Ze kunnen de weg naar huis terugvinden, waar ze ook geweest zijn, zolang ze maar genoeg tijd hebben gehad om het gebied waarin ze leven te leren kennen. De reden daarvoor is dat postduiven, zodra ze kunnen vliegen, niet onmiddellijk wegvliegen. In plaats daarvan vliegt de duif een paar weken rond in zijn woongebied en leert dat gebied goed kennen. Wanneer de duif vervolgens in een onbekend gebied vliegt, zoals een stad of een ander land, weet hij de weg weer terug naar zijn hok te vinden.

Hoe bepaald de postduif de juiste route?
Postduiven worden gefokt en grootgebracht in speciale hokken. Deze duiven worden getraind om zich te laten leiden door zowel hun zicht als hun gevoel. Bij het vinden van hun weg spelen beide uiteraard een belangrijke rol.
Wedstrijdduiven leren al op jonge leeftijd één ding: vliegen. Hiervoor hebben ze veel vlieguren nodig, die de duif de gelegenheid geven haar vliegkunst te ontwikkelen voordat ze haar richting aangeleerd heeft. Op die manier beschikt de vogel over vliegvaardigheid wanneer hij in de lucht wordt losgelaten, in tegenstelling tot oriëntatie.
Pas op een bepaald ogenblik wordt de jonge duif met een vliegtuig overgevlogen tot ver buiten de omgeving van het hok waar zij geboren is. De duif wordt alleen achtergelaten in een onbekende omgeving. Zodra de vogel heeft ontdekt waar hij zich op dat moment bevindt, vertoont hij wisselend gedrag, afhankelijk van hoe goed hij zijn omgeving herkent. Als een postduif zijn omgeving goed herkent, zal hij gewoon rechtdoor vliegen. Als hij de omgeving minder goed herkent, zal hij verschillende keren rondcirkelen en tenslotte opstijgen in een richting die hem goed lijkt. Zo kan de postduif de route naar huis terug vinden.